Donderdagavond 22 maart mocht ik een korte presentatie en introductie geven aan 3e jaars Deeltijd-bachelorstudenten Technische Bedrijfskunde van Fontys Hogescholen op uitnodiging van docent Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en Ethiek drs. H.Idema.
Relevant daarbij is om in gedachten terug te gaan naar het cruciale jaar 1989. Toen viel niet
alleen de Berlijnse muur en stortte de voormalige Deutsche Demokratische Republiek (DDR) volledig in en werd later
weer samengevoegd met de Bundes Republiek Deutschland (West Duitsland). In diezelfde tijd vond het
gewelddadige optreden plaats tegen de studentenprotesten op het plein van de
Hemelse Vrede in Peking. Het schokte de wereld en heeft een proces in gang
gezet om de Chinese economie geleidelijk te liberaliseren en de communistische centraal
geleide planeconomie geleidelijk af te bouwen. In 1990 viel de Sovjet Unie
geleidelijk uit elkaar en verklaarden een aantal deelrepublieken zich
onafhankelijk. Het failliet van de Russische communistische samenleving en economie was
hiermee een feit.
Deze gezamenlijke ontwikkelingen brachten de Amerikaanse
onderzoeker Francis Fukuyama ertoe om het boek te schrijven: “The End of History and the last man”. Een prikkelende titel met een apocalyptische ondertoon
die niet terecht is. Fukuyama wilde alleen stilstaan bij het feit dat de
eeuwenlange discussie over welke maatschappijvisie de beste is: Kapitalisme of Communisme?
eindelijk beslecht is. Het communisme heeft op verschillende plaatsen en in
verschillende vormen uiteindelijk gefaald. Er is geen ander alternatief, dan te
accepteren dat het kapitalisme de beste maatschappijvisie is, zeker voor wat
betreft de economie. Een vrije markt, vrij particulier ondernemerschap en
voortdurende innovatie & productvernieuwing genereren toch de meeste opbrengsten.
De geschiedenis hield echter niet op te bestaan en nauwelijks
twee decennia later vanaf 2008 zagen we de ineenstorting van
de Amerikaanse hypotheekbanken (o.a. Lehman Brothers), gevolgd door een internationale bankencrisis, een
financiële crisis en een economisch, politieke crisis wereldwijd. Het neo-liberale
kapitalisme had volledig gefaald en banken, maar ook landen en bedrijven in grote
problemen gebracht. De ingrepen waren fors en het herstel duurde lang, mondiaal
bijna tien jaar zaten we in een recessie. Dit was niet de eerste keer en gelukkig niet zo ernstig
als de beurskrach in de VS in 1919. Toch hebben we meerdere, kleinere
beurscrises gehad als gevolg van internetbubbels. De deskundigen beweren ook
dat het totale financiële systeem zo instabiel en kwetsbaar is, dat er zeker nog
nieuwe economische en financiële crises zullen volgen. Wetenschappers als de historicus Maarten van Rossum, filosoof Hans Achterhuis, maar ook onderzoeksjournalist Willem Middelkoop , Tony Judt , Naomi Klein, Robert R. Reich leggen op veel verschillende manieren het diepe falen van het neo-liberale falen bloot. Zelfs vanuit wereldbeschouwelijke kringen als de katholieke kerk en de soefi-islam is er volop fundamentele kritiek op de vrijemarkt economie. In mijn boekje vind je een bespreking van al deze zienswijzen.
Europa heeft het neo-liberale kapitalisme wat proberen te temmen. Zij spreken liever over een Scandinavisch of Rijnland kapitalisme waar de overheid een belangrijke sturende hand heeft en meerdere stakeholders een rol vervullen. Dat staat tegenover het Angelsaksische kapitalisme waar de shareholders, de kapitaalverschaffers, alles bepalend zijn. De Nederlandse onderzoeker dr. D. Kalf heeft in een interessante publicatie aangetoond dat het Rijnlandkapitalisme op veel gebieden beter scoort. Toch blijft ook in het Rijnlandse kapitalisme het concept van vrije ondernemen en een vrije markt bestaan en bemoeit de overheid zich alleen met de inkomstenverdeling en progressieve belastingen en een sociaal stelsel van uitkeringen. Dat is niet genoeg.
Dus blijft de hamvraag: Is er een alternatief voor het neo-liberale kapitalisme ? Daar begon mijn zoektocht bij allerlei deskundigen, waarbij ik uiteindelijk uitkwam bij twee belangrijke historische personen.
Volgens de slimste man ter wereld Albert Einstein, die
honderd jaar geleden al zwaartekrachtgolven voorspelde, die inderdaad nu zijn gemeten
en bewezen is er een alternatief. Hij schreef in 1949 een essay waarin hij beweerde dat een socialistische economie het ideaal is. Dat was
heel gedurfd, want in die jaren 50 met de McCarthy-commissie was het communisme en
socialisme bij voorbaat al verdacht, bijna taboe en zelfs strafbaar. Toch
durfde Einstein dit openlijk te verklaren. Natuurlijk was Einstein een natuurkundige en geen econoom,
maar hij was briljant genoeg om hier een gefundeerde mening over te hebben.
Het gaat per slot van rekening om het goed benutten van natuurlijke grondstoffen en energiebronnen die op aarde beschikbaar zijn zodanig dat het hele wereldbevolking voorzien wordt in zijn primaire levensbehoeften. In economische termen spreken we dan over schaarse goederen die efficiënt en effectief geproduceerd moeten worden met minimale verspilling (en inspanningen) en daarnaast met een maximale productiviteit (=duurzaamheid). Een neo-liberaal kapitalistisch economisch systeem voldoet daar zeker niet aan. Concurrentie leidt tot milieu-, productie- en kapitaalvernietiging. Bedrijven kunnen kopen en verhandelen als handelswaar leidt tot machtsmonopolies of oligopolies die schadelijk zijn voor de markt en afnemers/burgers. In veel bedrijfstakken zien we dat niet de beste producten voor de laagste prijs worden aangeboden en dat niet iedereen toegang heeft en de beschikking heeft over alle goederen. Op sommige plaatsen heerst overproductie en overconsumptie en op andere plaatsen het omgekeerde. Er is een absolute noodzaak om juist af te stemmen, samen te werken en te overleggen om deze verspilling te voorkomen.
Het gaat per slot van rekening om het goed benutten van natuurlijke grondstoffen en energiebronnen die op aarde beschikbaar zijn zodanig dat het hele wereldbevolking voorzien wordt in zijn primaire levensbehoeften. In economische termen spreken we dan over schaarse goederen die efficiënt en effectief geproduceerd moeten worden met minimale verspilling (en inspanningen) en daarnaast met een maximale productiviteit (=duurzaamheid). Een neo-liberaal kapitalistisch economisch systeem voldoet daar zeker niet aan. Concurrentie leidt tot milieu-, productie- en kapitaalvernietiging. Bedrijven kunnen kopen en verhandelen als handelswaar leidt tot machtsmonopolies of oligopolies die schadelijk zijn voor de markt en afnemers/burgers. In veel bedrijfstakken zien we dat niet de beste producten voor de laagste prijs worden aangeboden en dat niet iedereen toegang heeft en de beschikking heeft over alle goederen. Op sommige plaatsen heerst overproductie en overconsumptie en op andere plaatsen het omgekeerde. Er is een absolute noodzaak om juist af te stemmen, samen te werken en te overleggen om deze verspilling te voorkomen.
Einstein was niet de eerste, want al in 1919 verscheen een
publicatie van Rudolf Steiner waren hij de contouren van een socialistische
economie schetste die heel concreet en plausibel was. Steiner had de
verschrikkingen gezien van de Eerste Wereldoorlog en vond dat West–Europa een
andere samenleving verdiende. Daarvoor beschreef hij het concept van sociale of maatschappelijke driegeleding.
De geniale vondst was dat hij de drie idealen van de Franse revolutie eindelijk op hun juiste plaats zette, waarbij hij de samenleving in drie verschillende geledingen onderscheidde. Vrijheid hoort dan in het sociaal-maatschappelijke leven waar ook godsdienst, onderwijs, wetenschap en gezondheidszorg toe behoren. Gelijkheid hoort uiteraard in het rechtsleven: "One man one vote" en "iedereen is voor de wet gelijk". Dan blijft over de broederschap of de solidariteit die de kernwaarde zou moeten zijn in het economisch leven. Dus niet de vrijheid zoals in het neo-liberale kapitalisme het uitgangspunt is en daarom tot ongewenste gevolgen leidt. Steiner noemt het ook een associatieve economie. Associaties zijn overlegorganen met vertegenwoordigers van ondernemers, handelaren, producenten en consumenten waar gezamenlijke afspraken worden gemaakt over gewenste hoeveelheden, kwaliteiten van producten en prijzen. Bedrijven, grond en kapitaalgoederen mogen ook geen particulier bezit zijn zoals in ons westerse kapitalisme wel het geval is. Evenmin mag de staat of de overheid alle productiefactoren en middelen in handen hebben, want dat is het communisme en dat werkte zeker ook niet. We moeten ons realiseren dat de economie mensenwerk is. Het hele systeem, de uitgangspunten zijn door mensen bedacht en in praktijk gebracht. Als het economische systeem ongewenste effecten oplevert, dan moeten we het simpelweg herontwerpen. Dat kan, het is aan ons. Dat beoogt ook de Donut-economie van Kate Raworth.
http://solidaire-economie.blogspot.nl/2018/01/do-or-dont-donut-economy.html
Wat zijn dan de uitgangspunten van een solidaire economie?
http://solidaire-economie.blogspot.nl/2018/01/do-or-dont-donut-economy.html
Wat zijn dan de uitgangspunten van een solidaire economie?
Relevantie van eigendomsvraagstuk |
Dank je wel nogmaals, Ruud! Aansprekende gedachte / conclusie dat 'broederschap' (fraternité) dus thuis hoort in het bedrijfsdomein.
BeantwoordenVerwijderen